Daniel Denson’s Reisverslag #2: De tocht door het oerwoud

Quote “Sofia liet een oorlogskreet, vergezeld met een kogelschot! Haar maniakale lach vulde het woud. Van deze afstand moet ik het zeker abuis hebben gezien, maar ik zweer dat Sofia de leidersoldaat vierkant in zijn tronie had geschoten, en nog stond hij op zijn beide benen onaangedaan! Sofia riep uit: “El diablo! El diablo! De duivel!”

15/3/33

De tocht door het oerwoud heeft ons twee dagen geduurd. Tegen het eind is de Radio-ezel gebeten door een slang en heeft het bezweken. We hebben hem moeten achterlaten, en Tatsuo, de Japanse krijger, is de radio gaan dragen. Terwijl Tatsuo het met Sofia had over de bezweken radio-ezel, vroeg Dr Ursini of Mr Elliot en ik even terzijde wilden komen. Hij wilde ons iets belangrijks vertellen over een geheime zijmissie..! Hij zei dat hij het pas in het kamp zou moeten vertellen, maar iets zette hem ertoe om ons nu al te verwittigen. Hij keek ongemakkelijk en nerveus om zich heen, maar vooraleer hij uit zijn woorden kon komen, klonk er een knal vanuit de bomen en werd de dokter van zijn voeten de lucht ingeslagen – hij was neergeschoten! Iedereen was onmiddellijk op de hoede en keek om zich heen. Mijn hart was aan het racen – ik luisterde aandachtig en ik kon de schieters horen, maar met al het lawaai van het oerwoud kon ik onmogelijk aanduiden waarvandaan het geluid kwam! Mr Elliot nam zijn verrekijker. De schok op zijn gezicht verraadde dat hij de schieters al had gevonden. Ik tuurde in dezelfde richting: daar waren ze, een stuk of zes soldaten laag tegen de grond, met hun geweren op ons gericht! Hun kruipen deed de paniek mij bekruipen – ik was mij bewust dat we een oorlogsgebied gingen betreden, maar ik dacht niet dat wij daadwerkelijk aangevallen zouden worden..! Sofia sprintte langs Mr Elliot en mij richting de zijkant – ik hoorde haar geweer van de veiligheid afklikken, en ze mikte haar geweer in het woud..! Tatsuo had zich inmiddels de zware radio ontdaan en was tevens op de dichtstbijzijnde soldaar afgestormd – deze kwam rap overeind. In een flits schitterde Tatsuo’s katana door de lucht en hakte in op de soldaat diens been – deze klapte onmiddellijk terug naar de grond! Er loste een schot, een oorverdovende klap, en Tatsuo steigerde achterover..! Dit alles gebeurde in luttele seconden – ik draaide me met een ruk om en rende richting de bomen voor beschutting. Op passeren van Dr Ursini zag ik diens revolver – deze pakte ik al rennende op en ik dook achter een boom. De rest van het konvooi was dezelfde richting op gerend en hield zich eveneens verborgen achter de bomen. Tot mijn schok merkte ik de neergeschoten lichamen op van de drie naamloze huurlingen van ons konvooi – het zag er niet goed uit!

Ik gluurde vanachter de bomen naar het slagveld – Mr Elliot liep vooruit met getrokken geweer – zijn schot weerklonk door het gebladerte. Ik weet niet of hij iemand geraakt had. De soldaten schreeuwden in de verte.
Ik probeerde mijn gedachten op orde te brengen. Waarom werden wij aangevallen door soldaten?  Begrepen deze soldaten niet dat wij een medisch konvooi waren?? Ik merkte dat mijn hand de revolver krampachtig vasthield. Ik stak het achterin mijn broek – het zij nu niet zo dat ik schietervaring heb!
Sofia liet een oorlogskreet, vergezeld met een kogelschot! Haar maniakale lach vulde het woud. Van deze afstand moet ik het zeker abuis hebben gezien, maar ik zweer dat Sofia de leidersoldaat vierkant in zijn tronie had geschoten, en nog stond hij op zijn beide benen onaangedaan! Sofia riep uit: “El diablo! El diablo! De duivel!”
Ik keek naar de anderen voor hun reactie. Op dat moment wierp Tatsuo één zijn werpsterren (althans dat gok ik, gezien hij gezegd had dat hij deze had meegebracht) richting de overige soldaten – rap spoot bloed uit de nek(?) van een van de soldaten. Zonder waarschuwing vloog er een flikkerend object richting Tatsuo – in een splitseconde dook hij uit de weg.
Ik moest iets doen… Misschien waren de soldaten verward? Misschien zouden ze tot zinnen komen als ik hen ervan bewust maakte dat wij een medisch konvooi waren..! Ik rende naar voren en verstopte mij wederom achter een boom. Hier stond ik te dicht voor mijn comfort, maar wonder boven wonder hadden de soldaten me niet opgemerkt! Ik riep uit in het Spaans: “Wij zijn een medisch konvooi! Medisch! Wij komen in vrede! Stop met schieten!”
Ik kon enkel hopen dat ik luid genoeg was – en dat het niet al te laat was! – maar ik zag, noch hoorde, onderkenning van mijn bericht. Ik zag Mr Elliot twijfelen – hij had mij wel degelijk gehoord. Na enkele momenten loste hij een schot op een van de soldaten – het was duidelijk dat dit gevecht niet zonder geweld zou eindigen.
Ik merkte nu ook op dat de soldatenleider verdwenen was; zijn lichaam was nergens te vinden. Hij had zijn troep achtergelaten! Het ontbreke hem in eer en leiderschap.
Na Mr Elliot’s aanval zette nog twee soldaten het op een lopen, hun gevallen kameraden achterlatend. Mr Elliot en een soldaat namen deel aan een vuistenwisseling en wisten elkaar beiden te missen!
Ondertussen stormde Sofia plots dieper het woud in. Mijn ogen volgden haar en ik zag haar de wegrennende soldatenleider najagen: “PUTA!”
Mijn oog viel op de nabije soldaten en ik dook terug achter de boom.

Het deed hen niets dat zij onschuldigen aan het aanvallen waren. Maar van zo dichtbij bemerkte ik dat zelfs de nog staande soldaten er zeer verwond uitzagen – verwondingen die ze moeten hebben opgelopen voor ze ons zijn komen aanvallen. Daar bovenop leken hun wonden onverzorgd en misschien zelfs geïnfecteerd – zouden zij een ziekte hebben als hondsdolheid? Iets dat hen ertoe zette om almaar aan te vallen ondanks hun eigen conditie? Ik wilde de anderen waarschuwen van deze mogelijkheid en rende richting Mr Elliot. Tegelijkertijd kwam Sofia teruggelopen naar Tatsuo – haar bewegingen waren houterig, ze hield haar hoofd vreemd, en haar ogen lagen achterover gerold in haar kassen..! Ik richtte mijn aandacht op de soldaten en ik kon zien dat van hondsdolheid geen sprake was. Sofia vertelde dat de leider een loshangend gezicht had – “el diablo!” – en dat hij sprak als een slang: “Zijn gezicht zat los, het hing als een masker!”
Mr Elliot knikte dat hij het ook had gezien!

Quote “Tatsuo porde hem in zijn voorhoofd, waarop de soldaat naar hem beet.”

De stemming was gespannen. Aan het eind van het slagveld hadden we twee gevangenen. Één was bewusteloos, de ander had Sofia vastgebonden. Afgaand op hun uniform bleken dit Boliviaanse soldaten te zijn. Ik trachtte met deze soldaat te praten, maar hij leek me niet te horen. Zijn ogen stonden glazig, hij stonk, en zijn wonden waren degelijk aan het etteren. Het gaf mij de indruk dat deze soldaat al voor langere tijd in een soort roes verkeerde.
Een van de werkers van het konvooi riep uit: “Waarom staan we hier nog!? We moeten weg!”
Ik was het met hem eens. Terwijl Mr Elliot de werker kalmeerde, haastte ik me naar Dr Ursini’s levenloze lichaam, welkgeen ik ontdeed van de omgevingskaart, alsook twee brieven, drie stuks dynamiet en twee flesjes antigif. Deze verdeelden we over de groep. Mr Elliot nam de leiding en nam eveneens de kaart in handen. Tatsuo verloste de bewusteloze soldaat uit diens lijden. Gezien Tatsuo’s verwondingen nam ik de taak op mij om de de zware radio van de radio-ezel op mijn rug te dragen.

De anderen in het konvooi waren het er niet mee eens dat we de vastgebonden soldaat meebrachten naar het kamp. Onderweg las ik één van de twee brieven voor. Hieruit bleek dat Caduceus een vreemde zijmissie wil uitvoeren naast het bieden van ondersteuning aan het kamp. Zonder ons hierover de verwittigen, bleek Caduceus de bedoeling te hebben gehad dat WIJ – Mr Elliot, Sofia, Tatsuo, en ik – deze missie zouden gaan uitvoeren! De missie klinkt sterk als een tempelroof: het wegnemen van een mummie en overige zaken uit een tempel aan de andere kant van de rivier. Deze dienen wij naar het hoofdkwartier van Caduceus te brengen in New York. De brief beschreef ook, gezien wij onervaren zijn, dat wij in het veld getest zouden moeten worden. De brief was ondertekend door Shapiro van Caduceus. Deze naam was voor ons allen onbekend.
De tweede brief was gericht aan een zekere Dr Gomez. Er stond nadrukkelijk bij dat deze brief door Dr Ursini afgeleverd moest worden. Verder stond er niets bijzonders in, behalve dat Shapiro hoopte dat het kamp ons gastvrij zou onthalen.
Sofia vond dat het hele gebeuren klonk als een soort transactie: Caduceus levert een medisch konvooi en ondersteuning aan het kamp, en daarvoor geeft het kamp een veilige verblijfplaats terug.

Bij het kamp aangekomen, bonden we de soldaat buiten het kamp vast aan een boom. Dit deden we omdat de anderen in het konvooi ons waarschuwden dat er meer Boliviaanse soldaten in het kamp zijn, en dat deze niet vrolijk zouden reageren op ons meebrengen van een Boliviaanse soldaatgevangene.
We werden warm onthaald door Dr Gomez, de hoofddokter van het kamp. Na een kort bericht over de aanval nam Gomez ons (Mr Elliot, Sofia, Tatsuo, en mij) naar een tent om het daar verder in privé te bespreken.
Dr Gomez gaf toe dat de Boliviaanse soldaten ter plekke het dorp met agressie hadden ingenomen. Dit verklaarde de afgebrande woningen in het kamp… Dr Gomez werkt ook voor Caduceus, maar hij zei niets te weten van de geheime zijmissie. Hij zei het ook zeer vreemd te vinden dat de Boliviaanse soldaten ons zouden hebben aangevallen en stond erop dat het andere soldaten hadden moeten zijn. Wij denken allemaal dat hij zich dom voorhoudt. Misschien omdat Dr Ursini de brief niet zelf heeft kunnen overhandigen. Misschien omdat er overal vijandige soldatenoren meeluisteren. Sofia en Dr Elliot probeerden Dr Gomez te overtuigen meer te zeggen, wat al gauw de situatie oncomfortabel maakte. Ze waren niet bepaald subtiel in hun benadering, dus ik probeerde Dr Gomez gelijk te geven dat wij waarschijnlijk niet door echte Boliviaanse soldaten zijn aangevallen. Dit hielp het gesprek tot bedaren te brengen – Dr Gomez heeft geen enkele reden om ons woord in twijfel te nemen, maar als wij omsingeld zijn door Boliviaanse soldaten, dan is het misschien beter niet te luid negatief over hen te spreken..! We kunnen later nog op meer subtielere wijzen informatie vergaren over deze bizarre situatie.
Na dit gesprek besloten we een ronde door het kamp te maken. We keken naar de locatie waar de soldaten hun tenten hadden opgezet. Er waren slechts twee soldaten op dit moment in het kamp, en deze hielden de wacht bij één belangrijk-uitziende tent. Wat verderop stonden de toiletten en vonden we de groep van de lokale dorpelingen. Er liepen ook nog enkele andere medewerkers van Caduceus rond.
We moesten meer informatie vergaren. Maar we zaten ook nog te kijken met die soldaat die we gevangen hadden genomen. Deze moesten wij afhandelen – we konden een vijandig misverstand met de lokale soldaten niet riskeren. We besloten op te splitsen: Tatsuo en ik gingen de soldaat afhandelen, terwijl Sofia en Dr Elliot met de mensen en Caduceus-werkers in het kamp gingen praten.

Een weinig later stonden Tatsuo en ik rond de vastgebonden soldaat. Hij leek zich totaal niet te hebben verroerd sinds we hem hier hadden achtergelaten. We probeerden hem nog tevergeefs uit zijn roes wakker te schudden. Tatsuo porde hem in zijn voorhoofd, waarop de soldaat naar hem beet. Het was eindelijk een reactie, maar niet echt een behulpvolle… We waren het erover eens dat de soldaat niet op korte termijn te redden leek. En toen, godsakkeju, hakt die psychopaat Tatsuo zo dwars ineens dien hele kop eraf van die soldaat!! Het lichaam en het hoofd vielen met harde stompen op de grond. Ik wist mijn kokhalzen nog binnensmonds te houden. Met mijn kaken opeengeklemd zei ik hem: “Nou moeten we hem nog wegbrengen van het kamp, en nu zijn er –twee– stukken..! En ik ga er géén van dragen, dus dat mag jij doen!”

Terug in het kamp kwamen we erachter dat Sofia een bewonderaar had gevonden: een man op middelbare leeftijd genaamd Sergio – hij volgde haar overal. Terwijl we elkaar op de hoogte brachten, was er een vrouwendokter op ons afgestapt met de vraag of wij de soldaten van het kamp weg konden krijgen. Ze vertelde ons dat er 21 soldaten zijn die met het ochtendgloren vertrekken richting de rivier. Ze benadrukte dat er iets mis was met de soldaten. Daarnaast nemen de soldaten hun spullen weg, en hadden ze de kampradio vernietigd. Daarop vroeg Sergio aan Sofia of wij hem en de andere werkers weg konden helpen van het kamp – hij wilde heel erg naar huis, weg van het kamp. Sofia stelde hem gerust dat wij ervoor zouden zorgen dat iedereen die dat wilde, naar huis kon worden gebracht. Maar ze wilde niet dat Sergio of iemand anders uit het dorp wist waar de radio was. Ze was bang dat als mensen wisten waar het was, dat de soldaten erachter zouden komen en dan de nieuwe radio ook zouden vernietigen.

Quote “De vrouw keek iedereen indringend aan, alsof ze zoekende was naar iets. Ik vroeg haar of ze iets zocht, maar daar reageerde ze ontwijkend op. Toen raakte ze mijn gezicht ineens aan!”

Na wat overleg, besloten we de bewaakte soldatentent binnen te dringen. Aangezien Sergio constant Sofia volgde, vroeg Sofia hem om iets voor haar te gaan halen. Dit deed hij onmiddellijk. Nu hij weg was, zette wij ons infiltratieplan in actie! Mr Elliot en ik stapten af op de twee soldaten die de tent bewaakten. Deze twee verkeerden in dezelfde onhygiënische, wondenetterende roesconditie als de soldaten die ons hadden aangevallen. We probeerden met ze te praten, maar ze gaven ons geen enkele aandacht. We stapten dichterbij, maar de soldaten duwden ons zonder woord weg. Ondertussen sloop Sofia naar de achterkant van de tent. Op dat moment keerde Sergio terug: “Sofia! Sofia!! Ik heb je drinken! Wat ben je aan het doen?”
De soldaten reageerden hier wel op en stelden zich aanzienlijk alerter op. Tatsuo sprong voor Sergio voordat hij Sofia’s locatie zou verraden. Ondertussen was Sofia al onder de tent gekropen en sloop nu door de tent..! Mr Elliot en ik konden haar zien! De soldaten hoefden enkel om te draaien en alles zou naar de knoppen gaan! Ik deed alsof ik een probleem had met Mr Elliot in de hoop de aandacht van de soldaten op ons te houden. Mr Elliot reageerde hier uitstekend op… Zo uitstekend dat ik een beetje angst had dat hij het serieus nam..! Hopelijk dacht hij niet dat ik echt een probleem met hem had… Ik wil niet dat Mr Elliot boos op mij is.
Sofia kroop al gauw weer onder de tent vandaan. Toen klonken de naderende voetstappen van troepen – de andere soldaten keerden weer naar het kamp! Deze zagen er allen net zo verwilderd uit als de twee bewakers. Mr Elliot en ik legden onze nepruzie bij en Tatsuo schoot ons te hulp door ons ‘toevallig’ net weg te leiden naar een ander gedeelte van het kamp.

Eenmaal weer tezamen met ons vieren, liet Sofia ons een vreemde kaart zien die ze had gestolen uit de tent: een soort omgevingskaart met vreemde symbolen die ik niet herkende. De kaart toonde de omgeving voorbij de rivier – de locatie waar de tempel ergens zou moeten zijn, en waar de soldaten elke dag naartoe gaan. De omgeving was verdeeld in gebieden binnen een cirkel rondom één specifiek punt net voorbij de rivier. Elk gebied bevatte een onbekende letter of symbool. Sommige gebieden waren afgekrast. De anderen merkten op dat het erop leek dat de soldaten het cirkelgebied aan het uitkammen waren, en dat ze elke dag een nieuw gebied doorzochten.
Terwijl ik de symbolen nog verder bestudeerde, benaderde een vreemde vrouw ons – ik stopte de kaart snel weg. De vrouw keek iedereen indringend aan, alsof ze zoekende was naar iets. Ik vroeg haar of ze iets zocht, maar daar reageerde ze ontwijkend op. Toen raakte ze mijn gezicht ineens aan! Ze deed schichtig aan, elke beweging die wij maakten, deed haar opschrikken. Sofia probeerde met haar te praten. Ze gokte dat de vrouw aan het kijken was of ons gezicht wel echt was – of dat onze gezichten ook als een masker voor ons hingen zoals bij de soldatenleider! Ze wist de vrouw te overtuigen ons meer te vertellen, en de vrouw vertelde ons met beverige stem dat er iets angstaanjagends is verscholen achter het mensengezichtenmasker van de soldaatofficiers in het kamp..! Daarna werden haar zenuwen haar te veel en gooide ze een potje met pillen achterover. We probeerden haar nog te stoppen, maar ze sloeg ons weg en stormde krijsend het kamp uit…

2 Comments on “Daniel Denson’s Reisverslag #2: De tocht door het oerwoud”

  1. Je missie is meteen vol actie en gevaar – maar jij bent een taalkundige, en die kunnen alles!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *